Exaccofisc

EXF Online

Vennootschapsbelasting: Liquidatie vennootschap terug 10% vanaf AJ2015

« Terug

Liquidatie vennootschap terug 10% vanaf AJ2015

Vanaf aanslagjaar 2015 (inkomsten van 2014) kan men gebruik maken van de nieuwe liquidatieregeling welke werd goedgekeurd door de regering Michel I op 29 december 2014.

Hoe gaat dit in zijn werk?

Wanneer een vennootschap een liquidatiereserve aanlegt, dan zet zij haar boekhoudkundige winst van het boekjaar zelf – na vennootschapsbelasting – vast door deze winst te boeken op één of meerdere aparte reserverekeningen (art. 184 quater, lid 2 WIB92).

Voor wie?

Enkel kleine vennootschappen volgens art. 15 W.Venn. kunnen dit toepassen. De vennootschap moet klein zijn voor het boekjaar waarvoor de reserves worden vastzet (art. 184quater, lid 1 WIB92).

De vennootschap moet wel 10% afzonderlijke vennootschapsbelasting betalen op het bedrag dat zij naar de liquidatiereserve overboekt – naast de gewone belasting op de winst (art. 219quater WIB92). Deze belasting is voor de vennootschap niet aftrekbaar (art. 198, § 1, 1° WIB92).

Uitkeringspolitiek:

Bij liquidatie. In principe moer er 25% RV ingehouden worden op de uitkering van reserves bij de vereffening van een vennootschap. Is er een liquidatiereserve aangelegd, dan kan de vennootschap bij haar vereffening deze reserve uitkeren zonder rv (art. 21, 11° WIB92). Vermits de vennootschap al 10% belasting betaald heeft, bespaart u zo’n 15% aan belastingen. M.a.w. door liquidatie vennootschap is er geen extra 5% of 15% meer verschuldigd zoals van toepassing bij de dividendpolitiek.

Als dividendpolitiek. De vennootschap hoeft echter niet te wachten tot aan haar liquidatie. Eens een liquidatiereserve is aangelegd kan de vennootschap de reserves vóór haar vereffening van uw vennootschap uitkeren. Maar dan is er wél roerende voorheffing verschuldigd (art. 269, § 1, 8° WIB92). Die rv bedraagt 15% voor een uitkering binnen 5 jaar na de laatste dag van het boekjaar waarvoor de liquidatiereserve werd aangelegd. Dan betaalt men in het totaal 25% belastingen, evenveel als de normale rv op dividenden. Wacht de vennootschap met de uitkering tot die 5 jaar voorbij zijn, dan is er slechts 5% rv verschuldigd. Zo bespaart u zo’n 10% belastingen vergeleken bij een gewoon dividend.

Fiscale besparingen:

Indien de juiste stappen worden gevolgd kan men 10 tot 15% belastingen besparen wat de oude regelingen evenaren. Dit is echter enkel van toepassing op nieuwe boekhoudkundige winsten, oude reserves en winsten worden aan de volle pot van 25% belast tenzij er reeds andere maatregelen in het verleden genomen zijn.

Te volgen stappen:

De jaarvergadering beslist over de aanleg van de liquidatiereserve bij de resultaatsbestemming. De vennootschap boekt dan een deel of alle boekhoudkundige winst van het jaar zelf over naar de liquidatiereserve. Vroegere opgepotte reserves komen niet in aanmerking.

De liquidatiereserve is een belaste reserve. Maar de vennootschap kan de naar de liquidatiereserve overgebrachte winst van het boekjaar wegwerken met fiscale aftrekposten zoals overgedragen verliezen, notionele interestaftrek of investeringsaftrek.

De vennootschap betaalt wel altijd die 10% vennootschapsbelasting. Zij kan géén fiscale aftrekposten in mindering brengen van de belastbare grondslag voor de 10% afzonderlijke belasting.

 

Bron: Belgisch Staatsblad wet 29 december 2014 – artikel 184 quater WIB92 – artikel 21, 11° WIB92 – artikel 209 WIB92

22-01-2015