Exaccofisc

EXF Online

Vennootschapsbelasting: Bijzondere Heffing bij te lage bedrijfsleidersvergoeding

« Terug

BELANGRIJK BERICHT:

Op 04/04/2019 keurde de Kamer de wettekst goed voor de SCHRAPPING van deze regelgeving. Deze schrapping is retroactief van toepassing, wat wil zeggen dat het erop neerkomt alsof deze regeling nooit heeft bestaan

 

Om nog even te verduidelijken wat deze regelgeving inhield kan u hieronder een korte schets vinden:

Anno 2018

 

De hervorming van de vennootschapsbelasting dat werd ingezet vanaf 1 januari 2018 wordt bij de meeste KMO-ondernemingen goed onthaald. Men kan toch zeggen dat de verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting aanzienlijk zijn en een positieve impact hebben op hun financiën.

Maar België zou België niet zijn als men toch niet nog over een ingewikkelde voorwaarde zou beschikken waarbij, bij niet naleving, alsnog extra wordt aangeslagen.

Met deze drastische verlaging van tarieven voor de vennootschapsbelasting wil de regering de werkgelegenheid bevorderen, maar men wil ook vermijden dat iedereen een vennootschap opricht enkel en alleen met reden om gebruik te kunnen maken van deze verlaagde tarieven.

Dus om dit tegen te gaan heeft men een bijzondere heffing in het leven geroepen die elke vennootschap moet betalen als men te weinig loon uitkeert aan ten minste één bedrijfsleider!

 

Wat is dit precies? Betaalt uw vennootschap geen loon of een verloning dat lager ligt dan 45.000,00 EUR per jaar aan ten minste één bedrijfsleider, dan zal de onderneming bij de aangifte in de vennootschapsbelasting telkens opnieuw de toets moeten maken of er geen bijkomende heffing van toepassing is.

 

Tarief? De tarieven zijn voor de komende jaren reeds vastgelegd als volgt

  • 2018 (aanslagjaar 2019) en 2019 (aanslagjaar 2020) = 5,10% (5% + 2% ACB)
  • Vanaf 2020 (aanslagjaar 2021) = 10%

 

Maatstaf van Heffing? Artikel 59 van de Wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting van 25 december 2017 bepaald dat deze percentages moeten worden toegepast op het positieve verschil van de fiscale winst voor aftrek van het hoogste bedrijfsleidersloon gedeeld door 2, min het hoogste bedrijfsleidersloon.

Deze maatstaf staat volledig los van het feit of de vennootschap al dan niet gebruik kan maken van het verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting!

Echter keert men aan minstens één bedrijfsleider een loon uit van 45.000,00 EUR per jaar, dan voldoet de vennootschap aan deze voorwaarde voor in aanmerking te komen voor het verlaagd tarief EN vermijdt deze sowieso deze bijzondere heffing.

 

Voorbeeld: Een BVBA (niet verbonden met andere vennootschappen) heeft, na aftrek van een bezoldiging aan haar zaakvoerder van 10.000,00 EUR een belastbaar resultaat van 50.000,00 EUR. Dit belastbaar resultaat, verhoogd met diezelfde bezoldiging, bedraagt 60.000,00 EUR. De minimale vereiste bezoldiging bedraagt dus 60.000,00 : 2 = 30.000,00 EUR. De winst van de 50.000,00 EUR zal worden belast tegen het normaal tarief van de vennootschapsbelasting (aangezien het loon aan minstens 1 bedrijfsleider geen 45.000,00 EUR bedraagt). Maar daarbovenop voldoet deze vennootschap ook niet aan de voorwaarde van voldoende bedrijfsleidersvergoeding in functie van de bijzondere heffing en zo zal deze vennootschap gesanctioneerd worden met een bijkomende heffing van 1.020,00 EUR. Zijnde de hierboven berekende 30.000,00 EUR – 10.000,00 EUR effectief hoogste toegekende bedrijfsleidersvergoeding = 20.000,00 EUR x 5,10%.

Vanaf 2020 (aanslagjaar 2021) bedraagt deze sanctie op dit voorbeeld 2.000,00 EUR!

 

Uitzondering! Deze regel is niet van toepassing voor startende vennootschappen! Zijnde vennootschappen die op 1 januari van het aanslagjaar minder dan 4 jaar geleden werden opgericht.

 

Speciaal Regime! Indien minstens de helft van de bedrijfsleiders van verbonden vennootschappen (in de zin van art 11 Wetboek van Vennootschappen) dezelfde personen zijn met een totale minimale bezoldiging van 75.000,00 EUR over de groep, dan kunnen deze vennootschappen worden vrijgesteld van deze bijzondere heffing. Het toepassen van dit regime is een optie.

 

Opmerking! Indien uw vennootschap onderworpen wordt aan deze bijzondere heffing, dan mag u deze wel nog aftrekken voor de gewone aanslag van de vennootschapsbelasting.

 

Bronnen:

  • Wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting van 25 december 2017
  • Art. 215, derde lid, 4° WIB92
  • FHS Seminaries

04-04-2019